In 1973 heeft Mohamed Daoud Khan, de eerste zelfverklaarde president van Afghanistan, koning Mohammed Zahir ten val gebracht. Tijdens het bewind van koning Mohamed Zahir drukte Daoud zijn verzet tegen de koning uit om hem ertoe te brengen de monarchie in een staatsgreep omver te werpen en af te schaffen. Zijn tijd als president zag verdeeldheid ontstaan binnen de heersende partij, de People's Democratic Party of Afghanistan (PDPA), in het bijzonder tussen de Parcham- en Khalq-facties. Daoud's regel toonde autoritaire tendensen, waaronder arrestatie en moord op degenen die oppositie voerden, vooral die van de Khalqi-factie van de regerende partij.
De Coup
De Saur-revolutie vond plaats in april 27th en 28th, 1978. De militaire loyalisten van de Khalq-factie van de PDPA begonnen de oorlog door hun aanvallen op het paleis en andere belangrijke overheidsgebouwen binnen de stad Kaboel te lanceren. De staatsgreep was enorm succesvol toen de planners een donderdag kozen, die minder druk was omdat de meeste functionarissen van de regering en militaire commandanten niet ter dienst waren om zich voor te bereiden op de heilige dag van aanbidding. De tijdens de oorlog gebruikte wapens waren voornamelijk tanks, explosieven en geweren, evenals militair materieel van het Afghaanse leger. De revolutionairen namen zowel de stad als de media over waarmee ze hun overname aankondigden en bevestigden de betrokkenheid van de PDPA bij de revolutie. Het gevecht werd rond middernacht intenser, het paleis was omsingeld en de soldaten eisten dat Daoud zich zou overgeven.
resultaten
De revolutie leidde tot de vernietiging van de belangrijkste regeringsgebouwen en het paleis. Door de coup werden Daoud en de meeste van zijn familieleden gedood, waardoor zijn regel effectief tot een einde kwam. De communisten onder leiding van Nur Muhammad Taraqi (Khalq) vormden een nieuwe regering. In zijn regering zocht hij naar eenheid en gelijkheid tussen de twee facties van de regerende PDPA-partij in zijn kabinet. De eenheid en de integratie van de Parcham-factie was echter slechts tijdelijk aangezien de leden van het kabinet van de factie binnen het jaar werden vervangen. De politieke onderdrukking nam in deze periode toe en veroorzaakte een nieuwe revolutie in 1979, die de Taraqi-regering ten val bracht. Tijdens het bewind van Taraqi introduceerde de regering socialistische agenda's, die in strijd waren met de conservatieve islamitische aard van de meerderheid van de bevolking. In die periode zagen de bestaande landhervormingen de daling van de landbouwproductie en bedreigden ze de positie van de rijke mullahs die leefden van het zweet van de arme boeren. De ondersteuning van de rechten en gelijkheid van vrouwen wekte ook verontwaardiging bij de conservatieve Afghaanse islamitische samenleving, die zij zagen als een schending van de fundamentele islamitische overtuigingen. Deze radicale pogingen tot modernisering, waaronder massale executie van politieke gevangenen, leidden uiteindelijk tot de Mujahedeen Opstand en het begin van een lange oorlogsperiode in Afghanistan.