Wat is contracttheorie?
Contracttheorie is een economische theorie die inhoudt dat partijen een juridische overeenkomst kunnen ontwikkelen in een situatie waarin asymmetrische informatie betrokken is. Asymmetrische informatie is een situatie waarin de ene partij meer informatie heeft dan de andere partij. Contracttheorie analyseert hoe belanghebbenden in een overeenkomst beslissingen nemen en overeenstemming bereiken over bepaalde voorwaarden in het geval van onvoorziene gebeurtenissen. Contracttheorie past de principes van economisch en financieel gedrag toe, aangezien de betrokken partijen worden gemotiveerd door verschillende prikkels om geen specifieke actie te ondernemen. De eerste belangrijke ontwikkeling in het veld was van Kenneth Arrow in de 1960s. In essentie biedt contracttheorie de betrokken partijen de juiste prikkels en motivaties om samen te werken; het wordt daarom beschouwd als een economische juridische analyse. Contracttheorie wordt vaak gebruikt door werkgevers en werknemers die op zoek zijn naar een optimale employee benefits. In 2016 kregen Oliver Hart en Bengt R. Holmström de Nobelprijs voor Memorial in de Economische Wetenschappen voor hun bijdrage aan de contracttheorie. Een standaardpraktijk bij het toepassen van contracttheorie is om het gedrag van een beslissingsnemer onder onzekerheid te representeren en vervolgens een optimalisatie-algoritme te bieden dat de beslissing zal leiden om een optimale beslissing te nemen. Er zijn drie modellen ontwikkeld om de theoretische manieren te verklaren om besluitvormers te motiveren om een beslissing te nemen onder onzekerheid; zij zijn; moral hazard, adverse selection en signalering. Het model is afzonderlijk getest door de informatiestructuur te endogeniseren, zodat de betrokken partijen genoeg informatie over de andere partij kunnen verzamelen.
Moreel gevaar
In het model voor morele gevaren houdt de asymmetrie van informatie in dat één partij niet in staat is om de actie van de andere partij te observeren en te verifiëren. Het moral hazard-model wordt toegepast wanneer werkgevers en werknemers overeenstemming bereiken over op prestaties gebaseerde contracten. De overeenkomst hangt af van acties van de werknemer die waarneembaar en bevestigbaar zijn. Het model werd gepionierd door Steven Shavell, Oliver Hart en Sanford Grossmann. Het is moeilijk om het model te testen, omdat het moeilijk is om niet-waarneembare gegevens te meten, maar de algemene aanname dat incentives ertoe doen is met succes getest.
Negatieve selectie
Het ongunstige model omvat een situatie waarin een partij bepaalde informatie van de andere partij onthoudt op het moment dat het contract wordt overeengekomen. De informatie staat bekend als het type agent. Mensen die bijvoorbeeld vaak ziek worden, kopen vaker een ziektekostenverzekering en hebben minder kans om de verzekeraar te informeren dat ze vaak ziek worden. Het model werd gepionierd door Eric Maskin en Rodger Myerson.
Signalering
De signalering geeft een situatie weer waarin één partij alle noodzakelijke informatie aan de andere partij geeft. Het doel is om een wederzijdse bevrediging te bereiken voor de afspraak. Signalering wordt toegepast op het signalisatie-model van de baanbaanmarkt van Michael Spence, waar werknemers hun werkgevers informeren over hun vermogen om een baan aan te pakken via academische en ervaringsreferenties.
Onvolledige contracten
Contracttheorie is opgebouwd rond het idee van volledige contacten. Onlangs heeft Oliver Hart een pioniersrol vervuld in de theorie van onvolledige contracten die de effecten van prikkels analyseren van partijen die het niet eens kunnen worden over een contract. De theorie wordt toegepast in de theorie van het bedrijf; een theorie ontwikkeld door Oliver Hart. Vanwege de complexiteit bij het invullen van contracten, biedt de theorie richtlijnen die voorziet in de gaten in het contract.