
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) werd opgericht in 1961 om de economische en sociale omstandigheden van mensen wereldwijd te bevorderen. Het heeft 35-leden, die voornamelijk de ontwikkelde landen zijn, vooral uit Europa. De anderen komen uit Noord- en Zuid-Amerika, waaronder de VS en Canada, evenals Japan, Australië en Nieuw-Zeeland uit de regio Azië-Stille Oceaan. Sommige landen met nog steeds opkomende economieën, zoals Mexico, Chili en Turkije, zijn ook lid. Overal ter wereld worden vrouwen over het algemeen minder betaald dan mannen voor dezelfde baan. In de OESO-landen als een verzamelde groep zijn de verschillen in lonen afgenomen van een gemiddeld verschil van 18.2% in 2000 naar 15.4% in 2014. Er zijn echter grote verschillen binnen en tussen de OESO-lidstaten met betrekking tot deze statistiek.
Sociaal-economische bestuurders van loongelijkheid en ongelijkheid
De loonkloof tussen mannen en vrouwen is minder dan 10% in Nieuw-Zeeland (5.62%), België.41%), Luxemburg (6.49%), Griekenland (6.85%), Noorwegen (7.01%), Denemarken (7.80%), Spanje (8.65 %) en Hongarije (8.72%). De redenen waarom sommige landen minder ongelijk zijn dan andere zijn te wijten aan een combinatie van factoren, waarvan sommige van de belangrijkste hieronder worden besproken.
Echte gelijkheid
De sociale status van vrouwen is in de ontwikkelde landen verbeterd, wat tot uiting komt in de beloning die zij ontvangen. Bij 2013, in de VS en het VK, was de loonkloof tussen mannen en vrouwen gedaald tot de helft van die in 1975. In landen als België, Denemarken, Noorwegen en Nieuw-Zeeland is de genderkloof minder vanwege de betere loonstructuur, die de loonongelijkheid vermindert.
Verschillen tussen topwerkers en laagbetaalden
Het verschil in beloning tussen het geslacht neemt toe aan de top. Gemiddeld ontvangen vrouwelijke topverdieners 19.1% minder dan mannen, vergeleken met het gemiddelde van 15% loonverschil als gevolg van geslacht. Dit gebeurt omdat minder vrouwen topposities en hoogbetaalde banen innemen, vanwege het bestaan van het 'glazen plafond' dat hun loopbaanontwikkeling beperkt. Dit kan meer een probleem zijn in landen als Japan, Zuid-Korea, Noorwegen, IJsland en Hongarije. Het verschil in lonen kan minder gemiddeld zijn in Chili, Spanje en Portugal, terwijl in België en Nederland het loon bijna hetzelfde is.
In de lagere looncategorie presteren landen met minder loonverschillen tussen mannen en vrouwen goed. Nieuw-Zeeland, Noorwegen en Griekenland hebben weinig genderverschillen (in de buurt van 1% tot 2%), terwijl in Luxemburg, Litouwen en Hongarije de beloning in wezen gelijk is. In Polen betalen werkgevers gemiddeld meer vrouwen dan mannen in de categorie laagbetaalden.
Het 'selectie-effect'
In Griekenland en Spanje lijkt de beloning die vrouwen ontvangen hoog te zijn, omdat alleen de meest gekwalificeerde vrouwen erin slagen om tewerkgesteld te worden, en hun hogere salaris de cijfers voor vrouwen opblaast.
Gedifferentieerde toegang tot werkgelegenheid
De OESO heeft regels om traditionele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de sector werkgelegenheid aan te pakken. Er is echter een gebrek aan goede uitvoering, wat ertoe leidt dat mannen nog steeds worden geselecteerd voor betere banen. Bijgevolg komen vrouwen in minder betaalde banen terecht.
Painting A More Compelte Picture
De factoren die hierboven zijn besproken hebben alleen betrekking op full-time maandelijkse tewerkstelling en betaling en houden geen rekening met het feit dat vrouwen eerder deeltijds of wekelijks zullen werken, waar het loon lager is. Als deze cijfers in aanmerking zouden worden genomen, zou de loonkloof tussen mannen en vrouwen groter worden. België met de minste ongelijkheid in lonen in alle sectoren van de economie, waar lage- en hogere-inkomens de minste genderongelijkheid ervaren.
Landen met de beste gelijke loongelijkheid in de OESO
| Rang | Land | Vrouwelijke loonafname ten opzichte van de lonen van mannen |
|---|---|---|
| 1 | Nieuw Zeeland | 5.62% genderloonkloof |
| 2 | België | 6.41% genderloonkloof |
| 3 | Luxemburg | 6.49% genderloonkloof |
| 4 | Griekenland | 6.85% genderloonkloof |
| 5 | Noorwegen | 7.01% genderloonkloof |
| 6 | Denemarken | 7.80% genderloonkloof |
| 7 | Spanje | 8.65% genderloonkloof |
| 8 | Hongarije | 8.72% genderloonkloof |
| 9 | Polen | 10.62% genderloonkloof |
| 10 | Italië | 11.11% genderloonkloof |