De Duitse Bierzuiverheidswet, of anderszins aangeduid als Reinheitsgebot in het Duits is een reeks wetten opgesteld om de ingrediënten te reguleren die worden gebruikt bij het brouwen van bier. De wetten waren van toepassing in Duitsland en het voormalige Heilige Romeinse Rijk. De meest goed gedefinieerde en de originele Duitse versie van de Beer Purity Law werd voor het eerst gebruikt in 1516 in Beieren. De moderne voorschriften verschillen van de Beierse voorschriften
Ingrediënten die in het brouwen in Duitsland worden gebruikt
Toen de Beierse bestellingen werden overgenomen in 1516, waren de enige ingrediënten die in de productie van bier werden toegestaan water, hop en gerst. Destijds was de rol van gist bij gisting onbekend en daarom uitgesloten bij het brouwen van bier. Echter, met de tijd werd de wet aangepast, wat leidde tot de toevoeging van een aantal andere ingrediënten die konden worden gebruikt om het bier te brouwen en smaak toe te voegen.
Geschiedenis van de Duitse Bierzuiverheidswet
De voorloper van de Reinheitsgebot werd in 1487 goedgekeurd in het hertogdom München. De wet van München werd in 1516 in heel Beieren ingevoerd. De Beierse wetten van 1516 over de regulering van de bierproductie vormden de basis voor de regel van het biermaken die zich geleidelijk over heel Duitsland verspreidde. De wet reguleerde niet alleen de gebruikte ingrediënten, maar ook de prijzen waartegen de bieren zouden worden verkocht. De prijzen werden gereguleerd om de winsten van de bierverkopers te beheren. Bavaria drong aan op goedkeuring van de wet in heel Duitsland tijdens de Duitse eenwording van 1871. De wet werd afgewezen door brouwers en sommige consumenten die geen inwoners van Beieren waren. In 1906 is de wet in heel Duitsland toegepast zonder veel afwijzing van de mensen. Anders dan Duitsland, hebben de Grieken en de Chinezen vrijwillig de Beierse wetten aangenomen.
Straf voor het tarten van de voorschriften
In maart 1987 werd de Duitse wet op de zuiverheid van bier door het EHvJ (Europees Hof van Justitie) beschreven als protectionistisch. De uitspraak stond Duitsland toe om bier te importeren dat een paar andere ingrediënten bevatte. Ondanks de nieuwe invoerregeling handhaafde Duitsland nog steeds de ingrediënten die zouden kunnen worden gebruikt bij de productie van zijn lokale bier. De Duitse eenwording in 1990 werd gevolgd door een brouwerij in Neuzelle die zwart bier verkocht dat suiker bevatte. Het brouwerijbedrijf dat bekend stond als Brouwerij Neuzeller Kloster werd gevraagd om geen suiker als ingrediënt te gebruiken. Na een reeks onderhandelingen kon het bedrijf zijn bier echter verkopen op voorwaarde dat het niet als bier werd bestempeld maar als Schwarzer Abt (Black Abbot).
Moderne aanpassing aan de Beierse wet
De voorlopige Bierwet van 1993 werd aangenomen om de strenge regels van de Duitse Bierzuiverheidswet te versoepelen. De wet is meer een aanpassing van de Duitse Bierzuiverheidswet. De nieuwe voorschriften bevatten water, hop, gemoute gerst, gist, hopextract en gemoute granen. De wetten voorzagen ook het gebruik van zuivere suiker voor het kleuren en smaakstoffen van het bier. Een zuiveringsmiddel zoals PVPP was ook toegestaan als ingrediënt voor het brouwen van bieren in het land. Een gerechtelijke uitspraak van 2015 stond het gebruik van andere ingrediënten en smaakmiddelen toe zolang het product niet als "bier" werd geëtiketteerd.