Formatie
Het Romeinse Rijk breidde zich verder uit dan zijn oorspronkelijke stadsstaat Rome, vanwege de vele succesvolle veldslagen en campagnes die de Romeinen vochten tegen hun buren en andere groepen mensen, zo ver weg als de Kelten in Groot-Brittannië. Veroveringen bevorderden verdere veroveringen en het Romeinse grondgebied groeide, maar dit patroon kon niet oneindig doorgaan. De nieuwe veldslagen waren niet rendabel om te betalen, en het rijk werd te groot om vanuit de centrale zetel van Rome te regeren. Daarom verdeelde keizer Diocletianus in 276 AD het rijk in twee helften, waarbij het oostelijke rijk vanuit Byzantium (later Constantinopel en nu Istanboel) bestuurd werd, terwijl het westerse rijk nog steeds geregeerd werd vanuit Rome.
Rise To Prominence
Terwijl keizer Diocletianus bleef regeren in de oostelijke helft, noemde hij Maximianus om te dienen als de keizer van het westelijke deel. Ze werden elk Augustus genoemd. Secundair aan hen waren de twee Caesars. Galerius was de Caesar in het Oosten en Constantius was de Caesar in het Westen. Soms werden de Caesars ook wel keizers genoemd. Dit arrangement werd een Tetrarchie genoemd, wat een systeem van bestuur door vier heersers betekent. Constantius van het westen stierf in 306 AD, en zijn zoon Constantine werd Augustus (de keizer) van het Westen. Veel andere eisers probeerden ook de westerse helft te regeren. In 308 AD was het Westen echter via een conferentie verdeeld tussen Constantijn en een nieuwkomer, Licinius. Constantijn en Licinius hadden hun respectieve delen gestabiliseerd door 314 AD, waarbij Constantijn Rome's eerste christelijke keizer was. Na de dood van Constantijn in 337 AD brak er een burgeroorlog uit onder zijn drie zonen. Dit resulteerde in de verdeling van het westerse rijk in drie delen.
Uitdagingen
Tussen 316 AD en 476 AD stond het Westerse rijk voor minstens zes grote burgeroorlogen. Het Westen streefde periodiek vijandig beleid tegen het Oosten na, met inbegrip van verscheidene invallen in de Oostelijke gebieden door de Algemene Stilicho van het Westen in de recente 4TH Eeuw en de vroege 5th Century AD. Deze conflicten hebben de economie van de westerse helft aanzienlijk verzwakt en naarmate de economische druk toenam, namen ook de rijkdommen en vermogens van het rijk om corruptie, landbouwproductie, valutastabiliteit, handelsbetrekkingen met het oosten en dure legers aan te gaan af. Het Westen werd ook uitgedaagd door druk op zijn grenzen. Verschillende Germaanse stammen, die op zoek waren naar nieuwe plaatsen om zich te vestigen, veroorzaakten voortdurend spanning langs de grenzen van het rijk. Het West-Romeinse leger vond het moeilijk om deze invallen te beheersen. Uiteindelijk, in september van 476 AD, werd de (laatste) Romeinse keizer van het westen, Romulus Augustulus, onttroond door een Germaanse leider genaamd Odovacar.
Overlijden
Zelfs na de desintegratie van het West-Romeinse rijk bleef het oostelijke deel nog vele jaren bloeien als het Byzantijnse rijk. Daarom verwijst de "val van Rome" vaak alleen naar de val van het westelijke deel van het rijk. Sommige historici impliceren dat het christendom een belangrijke factor is in de val van het westerse rijk. Het christendom predikte het bestaan van een enkele God, terwijl de traditionele Romeinse religie afwisselend veel Goden beleden, en van de keizer als een God. Daarom, toen het christendom zich verspreidde, verzwakte het de autoriteit en de geloofwaardigheid van de keizer aanzienlijk in de hoofden van de algemene bevolking, en maakte veel traditionele Romeinse gelovigen zich ontheemd door het nieuwe geloof.
Legacy In History
Het Oost-Romeinse rijk sprak Grieks, terwijl het West-Romeinse rijk Latijn sprak en rooms-katholiek was. De Latijnse taal heeft geleid tot veel moderne talen, waaronder Frans, Italiaans, Portugees, Roemeens en Spaans. Het beïnvloedde ook Germaanse talen zoals Nederlands, Engels en Duits. De rooms-katholieke kerk blijft een van de belangrijkste erfenissen van het West-Romeinse rijk. Grote delen van Europa werden grotendeels rooms-katholiek onder de heerschappij van het westerse rijk en beschouwden de paus als de vicaris van Christus. Tegenwoordig is de rooms-katholieke kerk nog steeds een belangrijke wereldmacht in de samenleving en de politiek.