Het Zuidoost-Aziatische land Maleisië is niet alleen rijk aan algemene flora en fauna, maar heeft ook een groot aantal inheemse vogels. Hiervan zijn de Black-headed pitta, de Little Grebe en de Euraziatische mus zeer wijdverbreid.
Uiterlijke kenmerken
Helder van kleur, de Black-headed pitta is een grond woning vogel. Met een zwarte kop en een karmozijnrode buik is de vogel zeer aantrekkelijk. Het heeft ook een smalle blauwe streep die zich uitstrekt vanaf de achterkant van het oog. Blauwe kleur bevindt zich ook in de bocht van beide vleugels.
De Little Grebe is een andere populaire inheemse Maleise vogel. De wetenschappelijke naam is Tachybaptus ruficolli. Het is een watervogel. Het heeft een patch van lichtbruine kleur op zijn nek. Vanaf een afstand lijkt het vogeltje echter zwart. Het heeft ook een lichtgekleurde achterkant die goed contrasteert met de rest van de teint.
Een van de meest waargenomen vogelsoorten in Maleisië is de Ciak Rumah, ook bekend als de Euraziatische boommus. Het hoofd en de veren zijn bruin van kleur, terwijl de wangen en de buik in maagdelijk wit zijn. Het heeft ook een zwarte vlek op zijn keel.
habitats
De tropische bossen van het laagland zijn de natuurlijke habitats voor zwartkopige poema's, terwijl open vijvers met drijvend riet de habitat vormen voor kleine futen. Men kan deze inheemse vogels ook vinden in grote poelen en moerassige waterwegen. In schril contrast met deze twee vogels is de Euraziatische Sparrow een stedelijke vogel met zijn nest in natuurlijke holtes of in een gat in een gebouw.
Kenmerkend gedrag
De zwartkopige pitta kan een heel duidelijk fluitje maken dat meestal een paar seconden duurt. Little Grebe heeft ook een duidelijk kenmerkend gedrag en het staat nooit toe dat zijn eieren gemakkelijk door anderen kunnen worden gezien. Ofwel, het zal de eieren verbergen door wat onkruid of wachten tot haar partner de eieren heeft geplaatst. De Euraziatische mus heeft daarentegen een duidelijke, schelle stem en zijn tjirpen maken een muzikaal geluid. Soms leggen ze ook hun eieren in de nesten van andere vogels.
Dieetpatronen
De pitabroer met hoofd wordt hoofdzakelijk gevoed met een reeks ongewervelde dieren, zoals spinnen, mieren, slakken, kevers en kakkerlakken. Weinig fuut heeft ook min of meer dezelfde voeding bestaande uit insecten, larven, kleine vissen, kevers, slakken en schaaldieren. Aan de andere kant voedt de Euraziatische boommus de stadsvogel met granen, graszaden, insecten en vruchten.
Behoudsinspanningen
In Maleisië zijn er meerdere inspanningen geweest voor het behoud van deze en andere inheemse vogels. Een van die inspanningen was de oprichting van het Danum Valley Field Center (DVFC) in de 20TH eeuw. De DVCF biedt een natuurlijke habitat voor veel vogels, waaronder de zwartkopige pitta. Er zijn ook een groot aantal vogelreservaten in Maleisië, zoals het vogelreservaat Kuala Gula, het vogelpark van Kuala Lumpur en nog enkele andere.
Bedreigingen
Snelle ontbossing vormt een grote bedreiging voor het bestaan van deze inheemse vogels in Maleisië omdat het resulteert in het verlies van hun natuurlijke habitat. Niettemin heeft de Europees-Aziatische mus zich goed aangepast aan de stedelijke omgeving. Het wordt momenteel niet geconfronteerd met een significante dreiging van uitsterven.
Vogels van Maleisië | Wetenschappelijke naam |
---|---|
Kleine fuut | Tachybaptus ruficolli |
Europees-Aziatische boommus | Passer montanus |
Bruine goudvink | Pyrrhula nipalensis |
Bulwer's stormvogel | Bulweria bulwerii |
Red-billed tropicbird | Phaethon aethereus |
Nootmuskaat mannikin | Lonchura punctulata |
Black-headed pitta | Erythropitta ussheri |
Sunda cuckooshrike | Coracina larvata |
Geweldige iora | Aegithina lafresnayei |
Aziatisch huis martin | Delichon dasypus |