SAARC staat voor South Asian Association for Regional Cooperation, een regionale organisatie die bestaat uit acht landen in Zuid-Azië. Vanaf 2015 was het regionale blok goed voor 3.8% van de wereldeconomie. Het lidmaatschap van het regionale blok bestaat uit Nepal, Pakistan, India, de Maldiven, Sri Lanka, Afghanistan, Bhutan en Bangladesh. Myanmar en China hebben interesse getoond om lid te worden van de organisatie. De vereniging werd op december 8, 1985, opgericht in Dhaka, Bangladesh op een top georganiseerd door president Hussain Ershad van Bangladesh. Sommige landen, zoals de VS en Australië, hebben de status van waarnemer gekregen.
Vorming van SAARC
De organisatie is ontstaan naar aanleiding van de bekroning van de inspanningen die in 1947 op de Asian Relations Conference zijn begonnen. Het oorspronkelijke doel was om een handelsblok te creëren dat de harmonie tussen de Zuid-Aziatische mensen zou bevorderen. De landen stonden open voor het idee; Pakistan en India waren echter allebei aanvankelijk twijfelachtig over de unie. India dacht dat de kleinere landen zich ertegen zouden verzetten, terwijl Pakistan vreesde dat India probeerde de organisatie te gebruiken om zijn dominantie in de regio te versterken en de andere landen tegen Pakistan te keren. Het probleem werd opgelost na diplomatiek overleg door de VN en Bangladesh. Na de oprichting van de organisatie kwamen de landen overeen om samen te werken op vijf belangrijke gebieden: gezondheid en bevolkingsactiviteiten, plattelandsontwikkeling, landbouw, meteorologie en telecommunicatie.
Uitdagingen tegenover de organisatie
Bij het bereiken van zijn doelstellingen staat de organisatie voor een groot aantal uitdagingen, vooral als het gaat om handel. De meeste landen produceren vergelijkbare producten die de intraregionale handel in stagnatie hebben gebracht. De landen produceren voornamelijk landbouwproducten die niet alleen het handelspotentieel verminderen, maar ook de concurrentie voor de markten vergroten. Handelsbelemmeringen zoals hoge tarieven vormen ook een grote uitdaging voor de doelstellingen van de organisatie. Uitbreiding van de handel is vertraagd sinds de meeste landen een protectionistisch beleid hebben aangenomen. Een andere grote uitdaging is de ontoereikende infrastructuur die de landen met elkaar verbindt. Onvoldoende infrastructuur heeft het transport van goederen in de regio tot een enorme uitdaging gemaakt die de handel belemmert. Het gebrek aan politieke goodwill heeft ook bijgedragen tot het lage handelsniveau. De leiders van de regio zijn niet bereid om te komen met prikkels voor intraregionale handel die heeft bijgedragen aan de stagnatie van de handel.
Voordelen van de organisatie
Ondanks de uitdagingen waarmee de organisatie wordt geconfronteerd, hebben de leden enkele voordelen kunnen plukken. De leiders van de lidstaten hebben een platform om multilaterale kwesties te bespreken en te bespreken. De landen werken samen op het gebied van veiligheid om vrede te bereiken, die in de regio zo ongrijpbaar is geweest. Het beleid van de organisatie verhindert echter dat leden zich mengen in elkaars interne aangelegenheden. Terrorisme is een grote zorg voor alle landen en ze zijn overeengekomen om uitgebreid samen te werken aan deze kwestie tijdens de 12th- en 13th-topconferenties. In 1992 heeft de organisatie een visumvrijstellingsregeling ingesteld waardoor verschillende categorieën mensen, inclusief journalisten en parlementariërs, binnen de regio kunnen reizen zonder een visum nodig te hebben. De organisatie kent ook onderscheidingen toe aan individuen en organisaties die activiteiten ondernemen die de organisatie ten goede komen.
Het potentieel van de organisatie
Volgens de Wereldbank heeft intraregionale handel het potentieel om met meer dan 200% te groeien, aangezien het blok ongeveer 21% van de totale wereldbevolking heeft. Naast handel, heeft het blok ook het potentieel om meer te benutten dan 80,000 MW waterkracht door gebruik te maken van het potentieel van de Himalaya-rivieren die door de meeste lidstaten stromen.