Wat Is Het Verschil Tussen Een Biotoop En Een Habitat?

Auteur: | Laatst Bijgewerkt:

In veel landen worden de termen 'biotoop' en 'habitat' gewoonlijk gebruikt om dezelfde betekenis te hebben en als synoniemen te worden gebruikt. Beide worden beïnvloed door de samenstelling van een biosfeer en worden beide gebruikt om een ​​bepaald gebied te beschrijven. Een biotoop en habitat zijn echter behoorlijk verschillend en hebben verschillende betekenissen. Er zijn verschillende parameters gebruikt om de verschillen tussen een biotoop en een habitat vast te stellen, inclusief hun respectievelijke definities, gebruiksgeschiedenis en respectieve kenmerken.

Definitie en Etymologie

Biotoop en habitat worden misschien door elkaar gebruikt in de taal van de leek, maar hebben in werkelijkheid andere definities. Een biotoop wordt gedefinieerd als een regio die de uniforme biologische omgeving en de interactie ervan heeft, die een specifieke gemeenschap van dier- en plantensoorten is. Aan de keerzijde is een leefgebied een natuurlijke omgeving waarin een bepaalde plant of diersoort voorkomt. Vandaar dat een habitat per definitie is gebaseerd op een specifieke populatie terwijl een biotoop op een biologische gemeenschap is gebaseerd. Het woord “Leefgebied” komt van een Latijns woord “Habere” wat betekent "vasthouden" or "hebben." Biotoop is afgeleid van twee Griekse woorden “Bios” en “Topos” waarbij “Bios” betekent leven terwijl “Topos” betekent plaats.

Geschiedenis

Biotoop en habitat variëren sterk in jaren van bestaan. Biotoop is een relatief recente term, omdat het voor het eerst werd bedacht door de 20-eeuwse Duitse professor F. Dahl in 1908. Als concept noemde Ernst Haeckel echter een ecosysteem dat hij bestempelde als biota in 1866, de vroegste referentie van een biotoop in de geschiedenis. Het leefgebied is echter veel ouder dan de biotoop en wordt al eeuwenlang gebruikt. De exacte oorsprong van de term "habitat" is niet precies bekend, maar het vroegste gebruik van de term dateert van 1755.

kenmerken

Een kenmerk dat een biotoop onderscheidt, is zijn microschaal-aard, waarbij een biotoop bestaat in een relatief kleine omgeving, soms zo klein als een bloempot. Aan de andere kant is een habitat niet beperkt tot een bepaald geografisch gebied en kan een groot geografisch gebied of een microscopisch gebied bestrijken. De habitats van de Siberische tijger beslaan bijvoorbeeld honderden kilometers en het leefgebied van de walvissen beslaat duizenden vierkante mijlen, terwijl de habitat van parasieten en bacteriën een klein microscopisch gebied beslaan. Een biotoop wordt meestal beschreven als een groep, waarbij talrijke biotopen met elkaar zijn verbonden om zogenaamde biotoopnetwerken te vormen. Een habitat wordt echter gewoonlijk afzonderlijk beschreven, waarbij een bepaalde soort een enkele habitat heeft. Menselijke interferentie en interactie zijn meestal noodzakelijk voor de bescherming en regeneratie van een biotoop, maar in natuurlijke habitats heeft menselijke interactie normaal gesproken schadelijke effecten op het milieu.

Voorbeelden

Er zijn meer voorbeelden van biotopen dan van habitats, omdat biotopen meestal klein van formaat zijn. Habitats worden meestal ingedeeld in drie hoofdcategorieën, waaronder mariene, zoetwater- en terrestrische habitats. Voorbeelden van terrestrische habitats zijn onder meer woestijnen, bossen, savannes, steppen, graslanden en gletsjers. Zoetwaterhabitats zijn rivieren, vijvers, meren, moerassen, estuaria en beken en ondergrondse rivieren en meren. Voorbeelden van mariene habitats zijn riffen, diepe zeeën, onderzeese openingen, kwelders, stranden en de open zee. Voorbeelden van biotopen zijn te talrijk om op te noemen, maar omvatten stenen, struiken, bloempotten, tuinen, modder en nog veel meer.