Hoe dieper men in de zee gaat, hoe vreemder (grotere) dingen worden. Wezens zoals de krabben en de isopoden die in de ondiepe wateren worden aangetroffen hebben meestal een normale grootte, terwijl die in het diepe water abnormaal groot zijn.
Wat is Deep Sea gigantisme?
Diepzee-gigantisme wordt gedefinieerd als de neiging van de zeedieren zoals de ongewervelde dieren, gewervelde dieren en alle andere zeedieren om groter te zijn in diepzeewateren, terwijl die wezens die bestaan in de ondiepe wateren meestal kleiner zijn. Verschillende verklaringen hebben geprobeerd om het concept achter dit gedrag te verklaren, sommige hebben betrekking op de schaarste aan voedsel, meer druk en de koude temperatuur in het diepe deel van de zee.
Wat veroorzaakt deep-sea gigantisme?
De abnormale groei van de grootte van diepzeedieren kan alleen worden verklaard aan de hand van twee regels, namelijk de regel van Kleiber en de regel van Bergmann.
De eerste regel (de regel van Kleiber) stelt dat grotere dieren efficiënter zijn dan de kleine dieren. Deze theorie houdt ook rekening met de verhouding van oppervlakte tot volume van de zeedieren en de fractale aard van bloedvaten. Grote wezens die in de diepe oceanen bestaan, zijn normaal gesproken afhankelijk van voedsel dat van bovenaf valt. Het betekent dat er op dit niveau weinig voedsel is. Deze diepzwemmende dieren zijn dus efficiënter en worden daarom groter.
De regel van de Bergman daarentegen stelt dat zeedieren de neiging hebben om te groeien in lichaamsgrootte met afname van de temperatuur. De meeste grote zeedieren komen meestal voor in koudere streken, terwijl de kleine zeedieren in de warme gebieden voorkomen. Voor deze zwemmende dieren leiden de lage temperaturen in hun habitat tot een grotere celgrootte en levensduur.
Voorbeelden van dieren die Deep Sea-gigantisme tentoonstellen
Een van de meest voorkomende illustraties van diepzee-gigantisme is de kolossale inktvis die op 7,200-voet onder de zee leeft. Op dit niveau wordt aangenomen dat de kolossale inktvis in gewicht kan toenemen tot ongeveer 1,500 pond en groeit tot een hoogte van meer dan 45 meter lang. Reuzenplevieren, verre neven van garnalen en krabben, zijn te vinden in de diepe koude wateren van de Stille Oceaan, de Atlantische Oceaan en de Noordelijke IJszee. De gigantische isopod is ook een perfect voorbeeld van diepzee-gigantisme. Meestal groeien de isopoden tot ongeveer acht tot vijftien centimeter, terwijl de isopoden die in het koude, koude zeewater bestaan tot ongeveer 76 centimeter groeien en ongeveer 1.7 kilogram wegen. De grote afmeting van deze pissebedden maakt dat ze worden aangeduid als de gigantische isopoden. De Japanse spinkrab is een ander voorbeeld. Het zijn de volwassen Japanse krabben die worden aangetroffen op een diepte van meer dan 6,000 meter en kan uitgroeien tot gigantische grootten van ongeveer twaalf meter. Ze wegen ongeveer 20 kilogram. De Riftia pachyptila, meestal aangeduid als de gigantische tubeworm, is een ander geval van het diepzee-gigantisme. Deze wormen kunnen uitgroeien tot 2.4-meters. Bovendien hebben hun cilindrische lichamen een diameter van vier centimeter.