Al eeuwenlang is alcohol de drijvende kracht geweest achter de menselijke cultuur, wat de ontwikkeling van kunst, taal en religie ten goede komt. Maar hoe lang drinken mensen al? Wie kwam op het idee van alcohol? Dit zijn fundamentele vragen die vaak zijn gesteld. Verschillende theorieën zijn naar voren gekomen die de ontstaansgeschiedenis van alcoholgebruik verklaren. Hoewel sommige theorieën wetenschappelijk onderbouwd zijn, zijn de meeste theorieën gekoppeld aan de culturele manier van leven van de vroege man.
Archeologisch record
Menselijke voorouders hebben misschien al meer dan tien miljoen jaar geleden alcohol ontdekt, lang voordat de moderne drankbrouw begon. De chemische analyse van vaten ontdekt uit het Neolithische dorp Jiahu in het noorden van China onthult sporen van alcohol die mogelijk zijn opgenomen en opgeslagen door de potten. De chemische analyse gaf aan dat de gefermenteerde substantie werd gemaakt van druiven, honing en bessen en mogelijk is geproduceerd tussen 7000 en 6650 BC. De Soemerische en Egyptische documenten die teruggaan tot ongeveer 2100 BC vermelden medicinaal gebruik van alcohol. De Hebreeuwse Bijbel beveelt ook aan om alcohol te geven aan het vergaan. In klassiek Grieks was de wijn een belangrijk onderdeel van het ontbijt, terwijl Romeinse burgers alcohol in hun maaltijden namen, beginnend in de eerste eeuw. Documenten uit de middeleeuwen wijzen erop dat alcohol met een lage sterkte een dagelijks drankje was in Europa.
Gedistilleerde alcohol
Het eerste bewijs van distillatie werd verkregen van een Griekse alchemist in de 1ST eeuw AD. De Perzische en Arabische wetenschappers gebruikten distillatie in hun alchemistische experimenten. De distillatie van alcohol in China begon rond de 1ST eeuw tijdens de Han-dynastie. Het eerste zekere en gedateerde bewijs van alcoholische distillatie dateert echter uit de 12 eeuw, van de School van Salerno. In het middeleeuwse Europa was de consumptie van alcoholische dranken gekoppeld aan slechte openbare sanitaire voorzieningen en werd dit beschouwd als een manier om door water overgedragen ziekten te voorkomen. Het concept van destillatie van alcohol werd beschouwd als de goedkoopste en veiligste manier om ziekteverwekkende micro-organismen te doden.
Wetenschappelijke ontdekking en moderne consumptie
Om meer te weten te komen over het vermogen van menselijke voorouders om alcohol te verteren, hebben wetenschappers de genen bestudeerd die gevonden werden op een spijsverteringsenzym dat bekendstaat als ADH4. De enzymen werden verkregen uit de darmen van primaten. De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek suggereerden dat de vroege mens het vermogen had om alcoholische stoffen af te breken. Het eerste model van de evolutie van alcohol drinken geeft aan dat alcoholische stoffen het menselijk lichaam binnenkwamen nadat mensen voedsel begonnen te bewaren dat leidde tot de ontwikkeling van de fermentatie van voedsel over 10,000 jaren geleden. De vroegmoderne kerk (15TH tot 19e eeuw) beschouwde alcohol als een geschenk van God om matig en genot te gebruiken, maar niet voor dronkenschap. De productie en distributie van spirit verspreidde zich langzaam en werd pas populair in de 18 eeuw. Mousserende champagne maakte zijn debuut in de 17 eeuw. De overvloed aan maïs, vooral in Amerika, leidde tot een stevige drinktraditie die werd gekenmerkt door vele soorten alcohol en zwaar drinken.