Wat Waren De Granger-Wetten?

Auteur: | Laatst Bijgewerkt:

De Granger-wetten waren een reeks wettelijke voorschriften die werden aangenomen door de Amerikaanse staten Illinois, Wisconsin, Iowa en Minnesota in de 1860's en 1870's. De wetten waren bedoeld om de stijgende kosten van transport en opslag te beperken die in rekening werden gebracht door graanliften en spoorwegmaatschappijen die van het monopolie genoten. Verschillende boeren in staten in het zuiden en het middenwesten verenigden zich om de Granger-beweging te vormen die de goedkeuring van de Granger-wetten voorstond. Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten heeft zich uitgesproken over belangrijke zaken met betrekking tot voorschriften, waaronder de Wabash vs. Illinois en Munn vs. Illinois gevallen. De Granger-beweging vestigde een erfenis die doorgaat tot op heden als de National Grange of the Order of Patrons of Husbandry.

The Granger Movement

De Granger-beweging werd opgericht door Amerikaanse boeren in de staten in het zuiden en het middenwesten van de Verenigde Staten die een jaar na de Amerikaanse Burgeroorlog probeerden hun inkomsten te verhogen. De burgeroorlog had de boeren negatief beïnvloed en velen van hen hadden verliezen en schulden opgebouwd. Weinig boeren waren erin geslaagd om machines en grond te verwerven, maar tegen hoge rentetarieven. Toentertijd was spoorwegen de efficiënte vervoerswijze die beschikbaar was voor landbouwers, maar de industrie was in privébezit en niet gereguleerd. Spoorwegmaatschappijen brachten buitensporige transportkosten in rekening die boeren moesten maken of verliezen leden door hun gewassen niet naar de markt te brengen. In 1866 stuurde de toenmalige Amerikaanse president Andrew Johnson Hudson Kelley naar het zuiden om de gevolgen van oorlog tegen de landbouw te beoordelen. Hudson was geschokt door wat hij vond en besloot een beweging te vormen die de noordelijke en zuidelijke boeren zou verenigen. In 1868 werd de eerste grange in het land gevormd in Fredonia, New York. De beweging verzamelde boeren om regionale opslagfaciliteiten en graanelevatoren, molens en silo's te bouwen. De beweging drong ook aan op het invoeren van wetten om de transportkosten te beteugelen.

Het vaststellen van de wetten

Vóór 1890 had het Amerikaanse Congres niet het mandaat om federale antitrustwetten uit te vaardigen. De beweging moest de staatswetten dwingen om wetten uit te vaardigen die de boeren beschermde tegen hoge prijzen die in rekening werden gebracht voor graanopslag en spoorwegen. Na intens lobbywerk werd Illinois de eerste staat die de transportkosten regelde door een maximumbedrag vast te stellen dat spoorwegmaatschappijen aan boeren in rekening konden brengen. Minnesota, Iowa en Wisconsin voldeden kort daarop ook aan soortgelijke wetten. De wetten gingen niet goed met de graanopslag- en spoorwegmaatschappijen, die de zaak voor de rechter brachten. In 1877 bereikten de 'Granger Cases' het Amerikaanse Hooggerechtshof. De uitspraken van het Hooggerechtshof over de Wabash v. Illinois en Munn v. Illinois zaken leidden tot de totstandkoming van de Interstate Commerce Act van 1887 dat vereiste transportbedrijven om hun tarieven aan het Congres bekend te maken en verbood spoorwegmaatschappijen om verschillende kosten voor dezelfde afstand in rekening te brengen.