Remote sensing is het proces van het verkrijgen van details over een object zonder fysieke on-site observatie met behulp van satelliet of vliegtuig. Externe sensoren zijn op het vliegtuig of satellieten gemonteerd om gegevens te verzamelen via het detecteren van energie die door de aarde wordt gereflecteerd. Remote sensing is gunstig geweest voor wetenschappers die voortdurend gegevens nodig hebben, aangezien deze betrekking hebben op het land, de oceaan en de atmosfeer.
Geschiedenis van de Remote Sensing Technoloy
De teledetectiespecialisatie heeft de afgelopen jaren verschillende vooruitgangen doorgemaakt, omdat het gebied van fotografie en de innovatie van vliegtuigen de ontwikkeling van de discipline vergemakkelijkten. Het was pas in 1960 dat de term teledetectie werd aangenomen. Daarvoor was de term luchtfotografie de veelgebruikte term. Luchtfotografie toonde in die tijd zwart-witbeelden en er kwamen nieuwe technologieën en methoden naar voren die meer gedetailleerde grafische afbeeldingen bevorderden. Computertechnologie maakte verder een digitale vorm van beelden mogelijk. Tijdens de 1960s en 1970s kregen satellieten de voorkeur boven vliegtuigen door landen als de VS en Rusland, omdat ze regelmatig toezicht konden houden. Het systeem heeft wetenschappers in staat gesteld gegevens te verzamelen van plaatsen die niet kunnen worden bekeken of bezocht.
Overzicht van Remote Sensing
Remote sensing kan worden uitgevoerd door passieve of actieve afstandssensoren. Passieve sensoren verzamelen straling van externe stimuli. Ze reageren op de energie die wordt weerspiegeld vanaf het aardoppervlak van de aarde. De primaire energiebron waarop passieve sensoren vertrouwen, is gereflecteerd zonlicht. Radiometers, infrarood en filmfotografie zijn voorbeelden van passieve afstandssensoren. Actieve sensoren zijn daarentegen afhankelijk van interne stimuli voor het verzamelen van gegevens. Ze reflecteren energie naar het specifieke gebied en meten na detectie de energie die wordt gereflecteerd vanuit de regio. Voorbeelden van dergelijke sensoren zijn de Lidar, die laserlicht projecteert om de afstand tot een doel te meten. Een van de meest opvallende satellieten die teledetectie mogelijk heeft gemaakt, is Landsat, een project dat is opgezet in de VS. Sinds de lancering zijn miljoenen afbeeldingen verkregen met verstrekkende voordelen voor overheden, wetenschappelijke organisaties en bedrijven.
Toepassingen van remote sensing in geografie
Teledetectie helpt mensen informatie over de aarde te verkrijgen. Het is dus van essentieel belang voor de beoordeling van gevaren en voor het bewaken van landdegradatie en -behoud. Het systeem volgt woest weer, van overstromingen, aardbevingen tot orkanen en verzamelde gegevens kunnen worden geïnterpreteerd om de vernietiging veroorzaakt door natuurrampen te analyseren. Dergelijke gegevens kunnen worden gebruikt om strategieën te formuleren die voor en na rampen moeten worden geïmplementeerd. Omdat het systeem toegang heeft tot gebieden die voor mensen onbereikbaar zijn, kan het de impact van ontbossing op belangrijke regio's (inclusief het Amazonebekken) bewaken en kan het ook gebieden in kaart brengen die bescherming behoeven. Het systeem is met name essentieel in milieumonitoring en beheer van natuurlijke hulpbronnen, en het onderzoekt de menselijke impact op het milieu. Remote sensing is ook nuttig in oceanografie omdat het de oceaancirculatie, temperatuur en golfhoogten traceert om de oceaanbronnen beter te begrijpen. Het systeem wordt gebruikt in geologie en minerale exploratie, bosbouw en landbouw.
Beperkingen van remote sensing
De resolutie van door satellieten geproduceerde beelden kan te grof zijn om kleine contrasterende gebieden te identificeren en gedetailleerde cartografie uit te voeren. Het proces van het analyseren van verzamelde gegevens is ingewikkeld en kostenintensief, en de meetonzekerheid is vaak groot. De kosten van het besturen van een afstandssensorsysteem kunnen duur zijn, vooral voor kleine en ontwikkelingslanden met ontoereikende financiën, technologische hiaten en een tekort aan geschoold personeel.