
Venus en Aarde worden vaak beschreven als zusterplaneten, en het is gemakkelijk te zien waarom. De twee planeten zijn vergelijkbaar in grootte en beide zijn te vinden in de "Goudlokje Zone" van het zonnestelsel. Ze zijn beide geclassificeerd als terrestrische planeten, met een silicaatkorst en een metalen kern. Ondanks deze overeenkomsten zijn de twee planeten echter zeer ongelijk. Voor één is Venus de warmste planeet van het zonnestelsel, met oppervlaktetemperaturen die zelfs hoger zijn dan die van Mercurius, die dichter bij de zon staat. De planeet is ook veel dichter dan de aarde, 92 keer dichter om precies te zijn.
Venusjaar
De verschillen tussen de twee planeten kunnen ook worden waargenomen in hun respectievelijke omwentelingen en rotaties. Rotatie en omwenteling van de aarde worden niet als buitengewoon gezien en worden gebruikt als maatstaf waartegen die van andere planeten worden gemeten en geanalyseerd. De revolutie van een planeet is een periode die een planeet gebruikt om rond zijn ster (de zon) te gaan. Venus neemt 224.65 Earth-dagen om een revolutie rond de zon te voltooien, die ook de lengte van een Venus-jaar is. Vergeleken met het jaar van de aarde gaat een Venus-jaar over 0.615-tijden (61.5%) dat van de aarde. Venus draait om de zon op een gemiddelde afstand van 0.72 astronomische eenheden (AU) of 67 miljoen mijlen, met vrijwel nul excentriciteit (ongeveer 0.00677), wat resulteert in een bijna perfect cirkelvormige baan.
Het resultaat van de bijna perfecte cirkelvormige baan van de planeet is dat de planeet het hele jaar door weinig variatie in oppervlaktetemperaturen heeft. In tegenstelling tot op aarde waar de temperatuur varieert, waardoor seizoenen ontstaan, ervaart Venus vergelijkbare oppervlaktetemperaturen gedurende het hele jaar door. Het probleem wordt nog verergerd door de lage axiale helling van de planeet, die met 2.64 graden de op een na laagste van elke planeet is. Ter vergelijking: de aarde heeft een axiale helling van 23.44-graden. Daarom zijn de verzengende temperaturen op Venus, die gemiddeld op 462 graden Celsius zijn, ongeacht dag of nacht, of positie op de planeet hetzelfde; zij het op de polen of de evenaar. Verhoging veroorzaakt de enige variatie in oppervlaktetemperaturen op de planeet.